Askja

Askja.
Vanuit Myvatn kun je een dagtour maken met een bus naar de vulkaan de Askja en het natuurreservaat Herðubreiðarlindir. Je rijdt door een wereld van
onvergetelijke natuurverschijnselen. Dit is het grootste onaangetaste gebied van het land.
Je bezoekt daarbij de Askja-caldera, de explosiekrater Viti (de hel) waarin liefhebbers eventueel een bad kunnen nemen in het 24 graden warme (zwavel) water. Het water is echter niet eenvoudig te bereiken, je moet langs een glibberig paadje naar beneden lopen. Er wordt van je verwacht dat je “textielloos” gaat zwemmen. Onderweg naar de Askja kom je langs de Tafelberg Herðubreið en de oase van Herðubreiðarlindir.
Onderweg is geen voedsel verkrijgbaar. Dat moet je dus zelf meebrengen. Daar het een hooggelegen gebied betreft, kan het er behoorlijk koud zijn. Warme kleding is aanbevolen en goede schoenen of laarzen zijn ook geen overbodige luxe, evenals een wandelstok. Het is niet uitgesloten dat je deels door de sneeuw zult moeten lopen.
Een redelijke conditie is vereist omdat je een flinke wandeling moet maken bij de Askja.
De bus zet je af aan de rand van de caldera van waar je een wandeling van ca. 3 km moet maken door de sneeuw, voordat je bij het gletsjermeer en de Viti uit komt, een pittige wandeling, vooral als in de zomer de sneeuw deels is gesmolten

Informatie op: www.myvatntours.is

De Askja was niet erg bekend, tot op 29 maart 1875 een geweldige eruptie begon. Ongeveer 20 miljard kubieke meter aan materiaal werd binnen een paar uur gelanceerd, en de asregen vergiftigde met name het land in het oostelijke fjordengebied van IJsland en doodde een groot gedeelte van het vee. Na deze uitbarsting besloten vele IJslanders te emigreren, met name naar Canada. De laatste eruptie van de Askja was in 1961. In augustus 2007 was er nog een officiële waarschuwing voor mogelijke vulkanische activiteit (gebaseerd op enkele aardbevingen). Enkele dagen later werd de waarschuwing terug ingetrokken.
De buitenste grote caldera van Askja dateert uit zeer vroeger tijden en is ongeveer 45 km² groot. Degene die ontstaan is bij de uitbarsting van 1875 is nu gevuld met ijskoud water, en het ontstane Öskjuvatn (meer van Askja) heeft een oppervlakte van 12 km². Het is met zijn diepte van 220 meter het diepste meer van IJsland. Vlak naast Öskjuvatn ligt een kleine explosiekrater die ook met water is gevuld, Víti De doorsnede van Víti is ongeveer 150 meter en de hoogte vanaf de rand tot het wateroppervlak is 60 meter. Het meertje zelf is 80 meter diep. Het water bevat veel opgeloste mineralen, heeft daardoor een opaal blauw/groen aanzien en wordt door geothermie tot een aangename temperatuur verwarmd zodat je er in kunt zwemmen. Het water is echter giftig om te drinken.
In 1907 bezochten de Duitse geologen Walter von Knebel en Max Rudloff de Askja om de caldera te onderzoeken. Toen zij in een bootje op het Öskjuvatn voeren verdwenen zij zonder een spoor achter te laten. Ook de boot was verdwenen. De verloofde van Von Knebel, Ina von Grumbkow, leidde een expeditie om hen (tegen beter weten in) te zoeken en om de oorzaak van hun verdwijning te onderzoeken. Ook zij kwam niet achter de oorzaak. De Nederlandse schrijver/antropoloog Gerrit Jan Zwier heeft in zijn roman De knoop van IJsland haar relaas beschreven.
In de Dyngjufjöll bergen die de Askja omringen ligt de indrukwekkende Drekagil, ofwel drakenkloof. Niet ver van de Askja liggen twee geologische interessante objecten: de tafelberg Herðubreið en de warme gletsjergrotten van Kverkfjöll. Hoewel het afgelegen ligt, is Askja een populair toeristisch gebied. Er zijn twee berghutten en een kampeerplaats bij de Drekagil. Deze zijn het snelst te bereiken als men er eerst vanuit noordelijke richting ongeveer 100 kilometer over een matig tot slechte weg naartoe rijdt. Een puinweg van acht kilometer leidt naar de Askja-caldera, en van daar is het een half uur lopen naar Öskjuvatn en Víti. De wegen zijn ’s zomers gewoonlijk slechts twee of drie maanden geopend.
bron: Wikipedia.

Hoe kom je er: N  65.042845 W 16.595529