1986 Israel

Zaterdag 3 mei 1986.

7 uur 10 Gepke zet mij af op het station van in Groningen. Eindelijk is het zover, op naar Eilat, Israel. Afgezien van een praatziek echtpaar tegenover mij gaat de reis voorspoedig. Ik hoef gelukkig niet over te stappen. Als ik om 10 uur in Amsterdam aankom staat Caesar Deerenberg me al in de hal op te wachten. Nadat hij z’n bagage uit de kluis heeft gehaald gaan we met een taxi naar het huis van Hennie in de frederikstraat. Het is een oude vriendin van Caesar en Tineke. Een gezellige meid waar we die avond nog gezellig een fles wijn mee leeg hebben gedronken tot we omstreeks 1.00 uur gaan slapen. Caesar op de bank in de kamer en ik op de zolder in het bed van de ex van Hennie. Die komt daar nog wel eens komt, maar nu in Frankrijk woont. Het is een kort en nogal hard bed, maar dat is niet zo erg want we moeten er toch om half zeven alweer uit.

 Zondag 4 mei 1986.

Na een broodje roerei brengt Hennie ons in haar oude eend naar het vliegveld. Het regent een beetje en Hennie moet de ruitenwisser regelmatig via het raampje een beetje helpen want hij blijft steeds hangen. De afgifte van onze bagage en de douane controle gaat redelijk snel. We slaan een paar flessen drank in, in de taxfree shop, Whisky en campari voor mij en verder een paar detectives voor onderweg. Vervolgens moet we er bij zijn als ze onze bagage controleren, er is nu wel verhoogde waakzaamheid, in ons eigen belang natuurlijk. Ik moet zelfs een foto maken met m’n toestel om te horen of het klikt. Als we eindelijk is de airbus A310 zitten duurt het nog wel drie kwartier voor we vertrekken, een hal uur te laat. Na ruim 4 uur vliegen kwamen we aan op het vliegveld Lod in Tel Aviv. We hebben niets kunnen zien want we zaten in de middenrij helaas. Door de douane vergde nogal wat tijdmaar gelukkig stond onze huur auto klaar, een kleine 4 versnelling Suzuki, een leuke pittige wagen. We rijden direct weg in de richting Jeruzalem, eerst via een landschap met allemaal landbouw maar langzaam wordt het onherbergzamer en de bergen hoger. Het laatste stuk voor Jeruzalem rijden we via een soort canyon waar overal aan de kant van de weg wrakken van pantser voertuigen liggen. Hier zal wel erg gevochten zijn. Jeruzalem is nog een behoorlijk grote stad dat had ik niet verwacht. We rijden naar het centrum en zetten de auto op een parkeerplaats want we willen wat geld wisselen en inkopen doen voor het eten. Er hangt hier echt een oosterse sfeer. We eten een broodje shoarma en lopen terug naar de auto. Om Jeruzalem uit te komen valt nog niet mee, nergens staan richting borden naar Jericho. Kriskras door de stad rijdend vinden we uiteindelijk toch de goede weg. Om zes uur zien we de dode zee, over een goede weg met nauwelijks verkeer alleen af en toe een vrachtwagen rijden we door een soort maan landschap. Ongeveer 60 kilometer langs de oever van de dode zee met af en toe een kibboets in een grote dadelpalm plantage. Als we in Ein Gedi aankomen wordt het net donker, dat gaat hier heel snel. Als de zon ondergaat is het een uur later pikdonker. Aan de oever van de dode zee is een camping waar we gelukkig de laatste caravan kunnen huren. Na ons te hebben geïnstalleerd gaan we op onderzoek uit. In het donker strompelen we naar de dode zee om er een vinger in te steken. Het is inderdaad verschrikkelijk zout (25%) Het nachtleven van Ein Gedi is niet indrukwekkend, in een clubgebouwtje zijn zo’n 30 dames tussen de 60 en 90 jaar aan het volksdansen. We zijn toen maar bij de caravan gaan zitten om te genieten van onze Campari en Whisky. Onder de palmen in een tropisch sfeertje met de sjilpende krekels om ons heen. Om 11.00 uur sliepen we na een toch wel enerverende dag.

 Maandag 5 mei 1986

Om 7 uur opgestaan en naar de dode zee. Om de beurt het water in met een hoedje op een tijdschrift in de hand op de foto. Dit moet je meegemaakt hebben, gewoon te gek om zo hoog in het water te drijven. Na het douchen een broodje met kaas en vis uit blik en al snel rijden we weer richting Eilat, door de Aravivallei naar Masada en diverse andere kleine nederzettingen. Ik verwachte een onvruchtbare streek door te rijden maar het is dor en droog maar de mensen doen ontzettend veel moeite om iets uit de grond te krijgen door middel van druppel besproeiing. In plastic broeikassen. Worden meloenen, tomaten, komkommers en mais geteeld. Je moet er wel bewondering voor hebben. 40 km voor Eilat is de tank bijna leeg en kunnen we in de kibboets Zatlova tanken en gelijk een broodje eten met een fles melk. Na een half uur zien we de rode zee en rijden gelijk langs de kust waarna we gelijk een snorkelduik gaan maken. Voor 12.00 uur hebben we een filmrol vol geschoten, het is gewoon overweldigend zo mooi., Net of je in een tropisch aquarium duikt. Duizenden vissen, de een nog mooier dan de andere. Het hotel Moonvalley heeft een hoofdgebouw met een zwembad erbij en daaromheen allemaal cabin’s die bestaan uit een kamer voor twee personen en een badkamer.

De middag vullen we in met luieren en zwemmen. De zon doet z’n best om ons een kleurtje te geven. Het centrum van Eilat stelt niet zo veel voor, een aantal winkeltjes en enige tientallen eethuisjes. We gaan op een terras zitten en bestellen red sea fish  met ijs na, vanzelfsprekend ontbreekt daar een drought beer niet aan, glazen van een halve liter. Het is een heel ontspannen sfeertje hier de terrassen zitten allemaal vol mensen waarvan heel veel hippy’s. ook op het strand ligt vol met jonge mensen met een slaapzak en een tas vol spullen, dat is voldoende om hier je vakantie door te brengen..Veel hotels zijn gesitueerd aan het strand en de rest van de stad is meer tegen de helling aangebouwd. Het vliegveld ligt bijna in het centrum van de stad en de vliegtuigen komen over de zee aanvliegen om te landen op de vrij korte landingsbaan. We zien hoofdzakelijk propeller vliegtuigen en kleine particuliere vliegtuigjes.

 

De komende dagen hebben we ongeveer het volgende programma:
– 7.00 uur opstaan (dankzij onze ingebouwde wekker)
– Spullen klaar leggen.
– op naar de eetzaal voor het ontbijt. Broodjes in de broodrooster, gekookt en roerei, rose kwark,kwarksalade met kruiden,cottage cheese, vissalade, plakken makreel. Aardappelsalade, groentesalade en nog een paar exotische producten die we niet thuis kunnen brengen, allemaal grote bakken vol waar je naar hartenlust uit kunt putten, heerlijk.
– na het ontbijt gaan we naar het duikcentrum “Aquasport”, aan de weg naar Taba ongeveer 8 km buiten Eilat. Daar halen we volle flessen van 12 liter. Arja, een aardige en behulpzame Belgische dame is ons van dienst. Het is een druk centrum maar met een heel gemoedelijke sfeer, het ligt direct aan het strand. Het is in een halve cirkel gebouwd met op de binnenplaats allemaal zitjes onder prachtige bloemen, bougainville, oleanders, magnolia, hibiscus en nog veel meer schitterende bloemen. Palmbomen en bakken met cactussen.
– dan zoeken we op de kaart een leuke duikstek, de Cave’s, Japanese Gardens, Eelgrounds, Moses rocks, of Taba beach.

Op de eelgrounds zien we op de zandbodem tientallen eels uit de bodem steken, ongeveer een halve meter lang zijn ze. Maar als we dichterbij komen trekken ze zich allemaal vliegensvlug terug in het zand. Een heel grappig gezicht, alleen jammer dat we daardoor niet de gelegenheid krijgen om ze te fotograferen.


– tegen 12.00 uur zijn we meestal weer terug bij “Aquasport” waar we de fles weer inleveren en op het terras een koud biertje drinken, meestal in gezelschap van Peter en Afra Maas uit Badhoevedorp. Hele gezellige lui die in het Coral Beach hotel zitten aan de overkant van de weg. Lekker even ontspannen.
– In een supermarkt doen we wat inkopen, broodjes, kaas, wijn en blikjes vis. Wat we vanavond op de kamer op gaan eten.
– de rest van de middag besteden we aan ons bruinschema bij het zwembad. Af en toe onderbroken door een baantje in het zwembad.
– meestal gaan we aan het eind van de middag ook nog een duikstek opzoeken om wat te snorkelen, daar kun je hier ook heel erg goed mee uit de voeten want het rif begint al op een meter diepte. Waar je hier ook het water in gaat het is overal prachtig mooi. Wat heel bijzonder is zijn de enorme scholen sardientjes vlak aan de oppervlakte van het water. Misschien wel 100.000 visjes zwemmen er in zo’n school. Als je er door heen zwemt gaan ze pas na een 15 cm voor je masker opzij, je bent dan helemaal omringd door vis, een geweldige belevenis. Het is een compacte massa, ze zwemmen haast schouder aan schouder. Bij het onderwater observatorium worden vinnen en snorkels verhuurd. Dat observatorium is een soort toren die op de bodem van de zee staat, op ongeveer 10 meter diepte zitten er ramen in waardoor toeristen ook kunnen genieten van het onderwaterleven. Grappig is als wij naar die toeristen vanuit het water kunnen bekijken en zij ons als duikers tussen de visjes zien zwemmen. We hadden in de bar van het hotel 2 Oostenrijkse officieren ontmoet, die waren enthousiast geworden van onze verhalen dat ze graag eens met ons meegingen om te snorkelen. Het gevolg is dat de ene, Franz, deze zomer hier met z’n grote vakantie hier weer heen wil om een duikcursus te volgen bij “Aquasport” ze zijn in Syrië gelegerd bij de VN.
– de avond brengen we door in de bar. 

De laatste dagen gaan we eten in het restaurant van het hotel, het blijkt dat we daar voor 8 sjekel van een uitstekend diner kunt genieten. Daarnaast hebben we vriendschap gesloten met de ober Hassan waardoor we steeds twee toetjes van hem kregen, eerst ijs of pudding en dan ook nog een portie suiker meloen. Relatie beheer noemen ze dat. Vanmorgen werd ik wreed gewekt uit een zoete droom doordat Caesar met de vlakke hand op z’n blote buik trommelde. Misschien was hij blij omdat het Moederdag is vandaag of omdat hij vandaag z’n laatste duik in z’n carrière gaat maken. 4 juni 1954 heeft hij z’n eerste buitenduik gemaakt. Hij moet binnenkort worden geopereerd aan z’n oren, wat betekend dat hij niet weer mag duiken. Het wordt dus vandaag echt z’n laatste duik. Toen hij mij vertelde dat hij die in de rode zee wilde maken besloot ik om met hem mee te gaan. We duiken bij the Cave en het is een van onze mooiste duiken hier. Enorm veel diverse vissen zien we. Een succes dus. Als Caesar uit het water stapt moet ik daar een foto van maken, het is immers een historisch moment.

De laatste middag gebruiken we om onze duik spullen te spoelen en te drogen, koffers pakken en wat nabruinen bij het zwembad. De avond nog even de bar in voor een laatste bier en afscheid nemen van Hassan.

Maandag om half zeven opgestaan en na het ontbijt aan de rit. Eerst tanken in Eilat en verder naar de Timna Coppermines en de King Salomon’s Mines liggen, die hebben we bekeken. We zagen daar overblijfselen van kleine koper oventjes.

Ook zien we daar door erosie ontstane rots in de vorm van een paddenstoel van ongeveer 10 meter hoog. Door naar Qutura waar we een zijweg in geslagen de Negev woestijn in. Die blijkt er heel anders uit te zien als de Sinai. Heel andere bergen en kleuren. De eerste 100 km komen we niemand tegen, volstrekte eenzaamheid. Hier moet je geen pech krijgen met de auto dan ben je goed in de aap gelogeerd. Bij Mizpe Ramon rijden we door een erosie krater. Heen 32 km lang en 14 km breed. Daar vandaan via een hele steile weg met veel S-bochten weer omhoog. Tot hier aan toe kwamen we geen nederzettingen tegen. Daarna veranderd het af en toe zien we tenten van bedoeïen die zijn gemaakt van zwart geitenhaar. In Beersheba lopen we nog even over een waren markt van de bedoeïen, heel fascinerend met al die vreemde producten en winkelende mensen.  We kopen er elk nog een radijs van wel 10 cm doorsnede. Blijkt achteraf heel lekker te zijn. Het vliegveld van Tel Aviv is heel modern en goed beveiligd want constant zie je militairen, zwaar bewapend, de prullenbakken en de bloembakken controleren. We leveren de auto in en vliegen terug naar Schiphol.

Een prachtige vakantie is weer voorbij.