Eilandhoppen.
Dag 1. Zaterdag 29 augustus.
Vandaag starten we onze privé vakantie naar het (hopelijk warme) zuiden van Europa. Onze voorlopige planning is om via Frankrijk naar Livorno in Italië te rijden in een heel rustig tempo. Daar nemen we de ferry naar Corsica, vervolgens via Sardinië naar Sicilië. Daarna via het vaste land van Italië naar Oostenrijk en Duitsland terug naar huis.
Half november verwachten we weer thuis te zijn.
Aan het eind van dit verslag zien jullie wel of we ons hier aan hebben gehouden, je weet maar nooit.
Met een camper heb je alle vrijheid om van je plannen af te wijken
Dag 2. Zondag 30 augustus.
Het begint al goed, direct moeten we reeds van onze plannen afwijken. Gisteren eerst geprobeerd om de satelliet schotel bij Canal Digitaal te reactiveren. Dat ging helemaal mis. Dat wil zeggen, het activeren lukte wel maar beeld, ho maar. AROB in Siegerswoude gebeld , maar die konden het telefonisch niet oplossen. Dus een afspraak gemaakt voor maandag half elf. Dat is wel even ruim driehonderd km omrijden. Maar het alternatief is 10 weken verstoken van nieuws. wrang!
Dag 3. Maandag 31 augustus.
De schotel was al snel weer de oude, kwestie van verkeerde instellingen. Het zijn vakkundige mensen daar bij AROB en vriendelijk en hulpvaardig bovendien.
Het is een hele warme dag vandaag, broeierig en geen wind, maar met alle ramen open (arko) redden we het wel. Lekker opgeschoten vandaag, met Coo in België als doel en de afstelling van Tom op snelwegen. Onderweg, ergens bij Venlo in de buurt stond aan de ander kant van de weg een kraanwagen in brand, enorme zwarte rookwolken gingen de lucht in, gelukkig van de weg af gericht, anders hadden we er waarschijnlijk niet langs kunnen rijden. Tegen vijf uur kwamen we in Coo aan. Het is een landschappelijk erg mooie route naar het schilderachtig dorpje. Dat wil zeggen dat was het vroeger vermoedelijk want nu is het helemaal omgebouwd tot een pretpark een soort Plopsy land, we waren er al gauw uitgekeken. Aan het eind van een enorme parkeerplaats was een overnachtingsplek. Maar omdat het nu buiten het seizoen voor Plopsy mensen is stonden wij er helemaal alleen, heel erg rustig dus. We konden nog lekker een paar uurtjes van de zon genieten met een boek in handen.
Dag 4. Dinsdag 1 september.
Zachtjes tikt de regen op ons camperdak, gordijntjes open leert ons dat we rondom in de grauwe wolken zijn gehuld. We besluiten dan om Tom maar in de snelle modem te laten staan en hem te programmeren op een plekje in Frankrijk, Richardmenil 13 km voorbij Nancy.
De gehele dag heeft het doorgeregend maar toen we op bestemming aan kwamen werd het droog en zelfs zonnig, daar hebben we nog lekker even van geprofiteerd. Eerst een leuke wandeling langs de moezel naar het dorpje gemaakt en toen weer een paar uurtjes genieten van de zon. De camperplaats ziet eruit zoals een camperplaats er uit hoort te zien alle voorzieningen zelfs elektriciteit en ook nog alles gratis, hoewel gratis voor ons niet eens hoeft. Een van de laatste plaatsjes was voor ons. Een klein nadeel was dat onze Duitse buurvrouw nogal praatziek was en ons weinig rust gunde.
Dag 5. Woensdag 2 september.
Om 9 uur rijden we alweer, het lijkt een donkere dag te worden, maar het blijkt mist te zijn. Later op de ochtend trekt hij optimist en word de dag toch nog goed. 239 km hebben we voor de boeg. We rijden naar Chaus les Passavant, dat ligt oostelijk van Besancon. De laatste 10 km van de rit gaat door een smal dal en we komen uit op de parkeerplaats bij de Abdij van Grace Dieu. Een rustige plaats waar al twee Nederlandse camperaars zijn neer gestreken. Dat blijken echter geen blijvers want na de lunch vertrekken ze alweer en staan we alleen, ook niet erg. Het is overigens een goede overnachtingplaats, afval, water en een toilet zijn er aanwezig. We genieten weer van het zonnetje die trouwens uiteindelijk toch te warm voor ons is en we de schaduw opzoeken. Later op de middag maken we nog een wandeling langs de beek maar dat pad loopt na een km dood en keren we weer om. We kijken nog even op de binnenplaats van de abdij maar daar is niet veel te zien, geen knappe nonnetjes te bekennen. Gepke pikt in de gauwigheid nog even twee appels van een boom en gaan weer terug naar de camper. ’s avonds spelen we nog kaart en Gepke wint alle vier de spelletjes.
Dag 6. Donderdag 3 september.
Ik heb Tom verteld dat hij snelwegen moet vermijden maar toch rijden we een groot deel van de route over 4 baans wegen, wel een mooi landschap, dat dan weer wel. De laatste 50 km maakt hij het nog even weer goed want we komen terecht op een zeer smal weggetje dat steeds hoger de bergen in slingert. Na nog een stuk over een snelle weg door een dal met hoge steile rotswanden aan beide zijden komen we aan in Belley, iets westelijk van Aix les Bains. Daar blijkt een uitstekende overnachtingplaats te zijn. We denken op tijd te zijn om een van de laatste plaatsjes in te nemen maar later op de avond komen er nog een stuk of 7 campers die zich overal tussen drukken We staan hier met twee Nederlanders en een stuk of 13 Fransen. Het is nog een fikse wandeling naar het centrum van Belley, het heeft een gezellig typisch Frans centrum en een mooie kathedraal. Morgenvroeg kunnen we drinkwater vullen dus gaan we vanavond van een lekkere douche beurt genieten.
Dag 7. Vrijdag 4 september.
ca. 170 km vandaag onder een stralende hemel, het mooie weer kan maar niet op. De bergen worden steeds hoger, duidelijk is dat we in de Franse Alpen zijn aangeland. Heel mooi imponerend landschap. Ons doel is Briançon . Bij St.Michel de Maurienne verlaten we de A6 en beginnen aan de bestijging van de Col du Telegraphe, ontelbare bochten en steil omhoog. We zijn niet de enige, tientallen wielrenners rijden we voorbij en evenveel motorrijders. Het is een uitgelezen route voor deze takken van sport. Na zo’n 15 km rijden we door het bergsport stadje Valloire. heel erg toeristisch is het. daarna begint de bestijging van de Col du Galibier. Vooral het laatste stuk is erg steil maar we hebben fantastische uitzichten op de ruige bergen met op de achtergrond zelfs nog besneeuwde toppen in het natuurpark Ecrins.
Daar hebben we nog goede herinneringen aan, zeker 25 jaar geleden hebben we daar prachtige berg wandelingen gemaakt vanuit La Bararde. De overnachtingplaats in Briançon is ongezellig groot er kunnen wel 50 campers staan en hij is nu al zeker voor de helft vol. De wandeling die we naar de nieuwe stad maken is een beetje teleurstellend, niet erg interessant.
Dag 8. Zaterdag 5 september.
Negen uur aan de rit als gewoonlijk. Nog even gepraat met een Nederlands echtpaar, Ze hadden nogal een onrustige avond gehad gisteren, een groepje Franse jongelui had op het terrein een paar uur ruziënd rond gelopen een liep zelfs met een groot mes rond. Zelf hadden we ons niet zo druk over gemaakt. Maar er was een andere camperaar die z’n camper een eind heeft verplaatst. Eerst naar de Aldi voor inkopen en toen naar de Mc,D. om de website bij te werken en onze mails bekijken. Tom hebben we ingesteld op een dorpje aan de kust van Italië. In Briançon werden we door de smalle straatjes naar de D902 geleid. Dit was een gouden greep want we reden door het prachtige dal naar de Col d’Izoard. Het was een hele klim naar de 2260 m hoge Col. Een zeldzaam mooie route door het kale landschap met rondom de grillige pieken. Eekhoorns die over de weg vluchten en als katten zo grote marmotten aan de kant in de berm, puur natuur dus. Gigantische kudde met schapen die de weg over steken. Hier boven hebben we ons broodje opgegeten. Ook deze pas is een eldorado voor fietsers en motorrijders. Even voorbij het strategisch gelegen fort, Chateau Queryras nemen we de D205 richting Italië. Opnieuw gaan we in bochten omhoog naar de Col Le Pain de Sucre, ook heel erg indrukwekkend en zelfs nog hoger 2766 m. Ook hier weer dankzij het heldere weer fantastische uitzichten naar alle zijden. Boven trakteren we ons zelf op een ijsje uit onze eigen diepvriezer. Omdat we snelwegen hebben uitgeschakeld stuurt Tom ons in Sampeyre naar rechts richting de volgende Col. Deze is niet erg geschikt voor onze camper, de weg is zo smal dat we af en toe met de wielen in de berm naast de steile afgrond om een tegenligger te kunnen passeren. Na een km of 12 hebben we het wel gezien en als we kans zien om te keren doen we dat dus maar en keren terug naar de grote weg. We programmeren een nieuwe plek in om te overnachten, gelukkig maar 18 km verderop bij Venesta. We staan er alleen. We maken nog een wandeling naar het een kilometer verderop gelegen stadje en gaan dan eten. Het was een uitzonderlijk mooie en avontuurlijke dag. En we zullen als marmotten slapen vannacht.
Dag 9. Zondag 6 september.
Niet zo’n mooie route vandaag, nadat we de bergen uit reden kregen we snel genoeg van het saaie vlakke land van de Piemonte. Uitgestrekte maïsvelden en fruitplantages wisselden elkaar af. Ook de vele dorpjes waar we door heen reden waren niet interessant. Eerst reden we richting Turijn, daarna via Alba en Asti naar Alessandria. Hier bogen we af naar het zuiden richting Genua waar we bij Busella gelukkig weer de bergen in reden. Niet zo hoog als de Alpen uiteraard maar wel met evenveel bochten. Bij Casella, een klein bergdorpje, vonden we bij een sportcomplex een overnachtingplaats. Na de lunch een uurtje geluierd in de luie stoelen kwamen we tot de overtuiging dat het toch niet zo’n gezellig plekje was en braken we op om door te rijden naar het veertig kilometer gelegen Torriglia. Ook dit is een karakteristiek bergdorpje met allemaal hele smalle straatjes. Het was feest in het stadje en daarom vreselijk druk. Dat was de reden dat we de afslag naar de overnachtingplaats misten en verdwaald raakten in de wirwar van steegjes. Uiteindelijk liet ik de camper onder de hoede van Gep achter en ging te voet op verkenning uit om een uitweg te vinden. Dat gelukte tenslotte en met ingeklapte spiegels konden we de grootste hindernissen passeren. Dankzij het feest was de parkeerplaats tjokvol en hebben we de camper in eerste instantie dubbel geparkeerd totdat er een klein plaatsje vrij kwam waar we hem tijdelijk tussen konden drukken. Nu eerst feest vieren. Het bleek het jaarlijkse Honingfeest te zijn. Er schijnt veel honing te worden geproduceerd in de omgeving vandaar dat ze dat feit aangrijpen om een feestje te bouwen.
Op een pleintje met allemaal stalletjes, (met honing uiteraard) was een grote menigte aan het eten, drinken en dansen, heel gezellig allemaal. We hebben een rondwandeling gemaakt door de oude straatjes en terug in de camper heeft Gep pannenkoeken gebakken. We staan hier met 5 campers en tegen acht uur was de gehele P. opgeschoond van auto’s
Voor ik het vergeet wil ik nog even melden dat het weer een stralende dag is geweest.
We zagen zelfs een thermometer die 32 gr. aangaf.
Dag 10. Maandag 7 september.
Gelukkig was er een waterkraan op de overnachtingsplaats zodat we weer konden vullen en bovendien de voorruit wassen want dat was wel nodig. Een lange rit door de bergen richting de kust. Ongeveer bij Rapallo kwamen we uit op de kustweg en daar zagen we voor het eerst deze vakantie de middellandse zee. Nog steeds is die erg mooi blauw. We kiezen voor de secundaire kustweg en niet de autostrada. Het gaat natuurlijk lang niet zo snel maar is landschappelijk veel leuker. Af en toe zien we een glimp van de strada diep beneden ons uit een tunnel opduiken om een paar honderd meter verder weer onder de grond te verdwijnen. Je mist dan natuurlijk wel heel veel. We passeren een paar afslagen naar de dorpjes van de Cinque Terre. Het komt ons bekend voor, jaren geleden hebben we de kustwandeling langs de 5 dorpjes gemaakt. We hebben gehoord dat het nu niet meer mogelijk is omdat grote delen van het voetpad ontoegankelijk is geworden, heel jammer. Vanaf La Spezia rijden we vlak langs de kust. d.w.z. van de zee zien we niets omdat het helemaal volgebouwd is met restaurants, campings, terrassen en strandtentjes. Tientallen kilometers achter elkaar. Als we langs Pisa rijden zien we nog even een glimp van de scheve toren, we rijden door omdat we hem al eens hebben bekeken en dat vinden we genoeg. We zijn rond vier uur op de camperplaats op het haven terrein van Livorno, vlak bij de ferry. Gelukkig op tijd want we vinden een van de laatste plekjes later komen er nog veel campers die overal kris kras tussen geplaatst worden. De plek is duidelijk veel te klein, in het hoog seizoen zal het hier helmaal wel een gekkenbende zijn. We kopen een ticket voor de ferry € 109,= voor twee personen en de camper van 7,30 lang, bovendien nog een voucher voor € 15,= korting op de overtocht naar Sardinië. Die prijs valt ons erg mee voor een overtocht van 4 uur naar Corsica. Na het eten gaan we nog een wandeling maken in het centrum van Livorno, de stad valt ons wat tegen niet erg intiem. Morgenvroeg moeten we om 6.30 uur bij de ferry staan want die vaart om 8.00 uur af. Dus vroeg op bed vanavond.
Dag 11. Dinsdag 8 september.
Het val niet mee om 5.30 uur opstaan in je vakantie. Maar het moet van Gep want anders missen we de boot. Nou als eerste vertrokken we van de overnachting plaats op naar Gate 55
De bewegwijzering is wat matig hier op het haventerrein, maar we vinden het toch. Om zes uur reden we aan boord. Het ging allemaal gesmeerd. 4 uur duurde de overtocht over een vlakke zee, dus geen zeezieken. We hebben Tom geprogrammeerd op Barrettali, dat is boven in Cap Corse. Tegen de klok in ronden we de, op een wijsvinger lijkende kaap. Doordat ik Tom op de kortste route heb ingesteld gaat het op het laatst nog even verkeerd, we worden een bergweggetje ingestuurd die steeds maar smaller en bochtiger word. Keren is niet mogelijk en achteruit rijden al helemaal niet. Na ca. 10 km moeten we een haarspeldbocht maken die eigenlijk te krap is voor onze camper met als gevolg vijf zes keer heen en weer steken en helaas even een rotswand geraakt toen we met het rechter voorwiel in een door het gras verborgen kuiltje dipten.
De overnachtingplaats is zeer eenvoudig maar we kunnen er water tappen dus vanavond even een douche nemen. Er komt niemand langs om geld te innen, zal wel niet de moeite zijn voor 2 campers.
Dag 12. Woensdag 9 september.
Langs de prachtige kustweg en via piepkleine dorpjes zoals Marine d’Canelle, Nonza, Patrimonio komen we in St Florent een leuk maar toeristisch stadje. Hier Trekken we bergen weer in, een kaal met marqués begroeid landschap. In Ille-Rousse drinken we onze koffie, waarna we doorrijden naar Calvi. Hier boeken we voor twee dagen op camping la Pinede. Het is een ACSI gekeurde camping waar we met onze kaart een korting krijgen, we betalen dus maar € 16, = per nacht, niet duur als we de tarieven van andere campings er mee vergelijken.
We maken er een rustige middag van en gaan ’s avonds na het eten aan de wandel langs de baai naar het centrum, een half uurtje wandelen. Het is nog gezellig druk in de smalle straatjes en alle winkels zijn nog open. Langs de boulevard, wandelen we terug na eerst nog even een drankje te hebben genuttigd op een terrasje, ook hier een gezellige drukte.
Dag 13. Donderdag 10 september.
Een hele rustige relaxte morgen op camping doorgebracht nog steeds stralend weer maar we zijn wel genoodzaakt om steeds de schaduw op te zoeken. Gepke heeft weer een van haar befaamde kruidkoek gebakken, heerlijk. Nu zit ik in de camper om de website bij te werken die straks de lucht in gaat want we hebben hier WiFi
Dag 14 Vrijdag 11 september.
WC leeg, afval water tank leeg en schoonwater erin en we kunnen er weer een paar dagen tegen. Dan Inkopen doen, dus naar de Super U vlak bij het centrum, maar jammer dan er is daar geen parkeerplaats voor onze camper. Gelukkig is er buiten de stad nog een andere supermarkt. Daar lukt het overigens met moeite om een plekje te vinden. Op naar het zuiden en al gauw rijden we alweer tegen een col omhoog. Niet zo heel hoog (ca. 650 m) maar wel met prachtige vergezichten over de bergen met de baai van Calvi op de achtergrond. Niet alleen daar maar op veel plekken zijn fantastische uitzichtpunten zoals Semaphore, Borca Bassa en Col de La Croix. Hier kijken we over een prachtige baai de Golve de Girolata met de fantastische rode bergwanden op de achtergrond. Diverse jachten liggen daar voor anker. Even voorbij Porto draaien we weer de bergen in steil omhoog door de Gorge de Spelunga. We rijden hier soms over stukken zeer smalle wegen tussen de rotspieken door, af en toe stoppend om van de prachtige vergezichten te genieten en te fotograferen. Enorm grote eucalyptus bomen en volbeladen tamme kastanjebomen, die overigens nog niet rijp zijn aan de kant van de weg. Hier en daar in het wild lopende varkens, geiten en koeien langs de weg Na het dorpje Evisa gaan we weer tegen een col omhoog de Col de Vergio. Iets voorbij de col vinden we een plaatsje op een overnachtingplaats. Het is meer een camping voor lange afstand wandelaars, tientallen tentjes waar vermoeide jongelui bij liggen. Hun wasgoed hangt over de hekken te drogen. Tijdens het afwassen in het toiletgebouw legt Gepke contact met een Israëlische jongeman die met 5 vrienden een wandeltocht maakt over Corsica. Hij heeft nog nooit een camper van binnen gezien en dus nodigt Gep hem uit die van ons te komen bekijken. Aardige vent, wil alles graag zien en denkt er over om later ook met een (kleine) camper te gaan reizen. Hij verteld dat in Israel niet zo veel campers rond rijden vooral omdat men niet de grens over kan naar de buurlanden. Maar het lijkt hem heerlijk. Als we afscheid nemen geeft Gepke hem een halve kruidcake mee om te delen met z’n vrienden. Ook over de camping loopt een koppeltje wilde varkens, die heel brutaal aan de tenten en de spullen ruiken. We maken nog een korte wandeling en natijd zitten we binnen want het begint zo hoog toch wel frisjes te worden.
Dag 15 zaterdag 12 september.
Een warme dag vandaag, 34 gr. Gepke heeft nog even afscheid genomen van haar troetelvriendjes, ze hadden een kaart met een varken erop waar ze alle vier iets op hadden geschreven als bedankje voor de lekkere kruidcake, heel leuk. Via Calacuccia rijden we door de imposante kloof Scala de Ste Regina naar Corte. De weg voert vlak langs de diepe afgrond af en toe rijden we tussen de gigantische rotsen. We doorkruisen de binnenstad van Corte. Verderop wordt de weg veel beter, althans breder en we schieten even lekker op waardoor we om half drie al een kleine camping oprijden die ingeklemd ligt tussen de weg en een riviertje
Op het terras is een bruiloft gaande. Het is een intieme enigszins verwaarloosde en gedateerde camping maar dat vinden we niet zo’n probleem. Op dit traject tot aan Ajaccio zijn haast geen campings, dus deze kunnen we wel aanbevelen voor een nachtje N42.02961 E8.91297
Dag 16 zondag 13 september.
Om zeven uur begon de regen ritmisch op het dakluik boven ons hoofd te tikken, gauw het bed uit en de was naar binnen gehaald. Dit is mis dachten we toen het steeds harder begon te tikken. Nou dat viel reuze mee het was een flinke bui van een half uur en toen was het weer droog en toen we om negen uur reden was er geen wolkje meer aan de hemel te zien. We zitten ca. 25 km vanaf Ajaccio dus draaien we de neus van onze Hobby in die richting. We rijden langs het vliegveld Napoleon Bonaparte naar het centrum. Een toepasselijke naam, want hij was hier immers geboren. De handicap van een camper is dat je niet zo gemakkelijk een plekje om hem te parkeren vind. De gehele stad door en aan de ander zijde er weer uit, niets te vinden. Terug dan maar weer en ja, als we weer voorbij het centrum zijn vinden we een plekje, waar Gepke overigens haar twijfels over had, maar nagevraagd in een barretje aan de overkant van de weg, blijkt het geen probleem om daar te staan. Op de heenweg hadden we gezien dat er aan de boulevard een “Marche au Puche” was, en daar houden we wel van. Maar evengoed was dat wel zo’n 2 km lopen bij 34 gr. Logisch dat we steeds de schaduwzijde van de weg namen. Het is altijd leuk om op zo’n buitenlandse rommelmarkt rond te struinen, toch kwamen we met lege handen weer terug. Door de oude binnenstad terug gelopen, waar we ook nog een gezellige warenmarkt bij de haven kruisten. Daar was het ook een drukte van belang, Groente en fruit in overvloed maar ook erg veel standjes met kaas, wijn en heel veel worst- en vleeswaren. Tom geprogrammeerd op Propiano en iets daarvoor vonden we een camping met een zwembad, gezien de hoge temperatuur leek ons dat een goede keus. Binnen het uur lagen we dan ook in het heerlijk koele water.
Dag 17 maandag 14 september.
Eigenlijk is er weinig te vertellen over deze dag, niet anders dan dat het erg warm was en we er weer een rustdag van hebben gemaakt. Heerlijk de gehele dag op de camping gebleven, ’s morgens bij de tent en ’s middags dobberen in het heerlijk zwembad. Foto’s maken kwam er niet van.
Dag 18 dinsdag 15 september.
Na de koffie aan de rit, de berg af en via Propiano richting Bonifacio. Weer was het een bergachtige route, hoewel minder hoog als we gewend waren. Propiano is een erg toeristische stad. We zijn daarom maar niet uit de camper gestapt. Bonifacio lijkt ons interessanter. Bij een tankstation voor de stad de tank volgegooid, dit is het laatste tankstation voor dat we de ferry naar Sardinië nemen, dat is Italië en is de diesel veel duurder. We rijden eerst naar de ferry haven via de smalle wegen door de stad. Het is een hele kleine ferry haven en de parkeerplaats is ook minimaal. Morgen steken we over en ik wil alvast een ticket kopen maar het kantoor is nog dicht. Morgenmiddag om 12.00 uur vertrekt de ferry voor de overtocht van veertig minuten naar st.Teresa Gallura. We rijden 5 km terug naar een ACSI Camping, helaas zonder zwembad want het is weer een warme dag vandaag.
Dag 19 woensdag 16 september.
In de receptie vragen we naar het adres van een garage omdat er op het dashboard een lampje bleef branden dat aangaf dat de remmen waren versleten. Helaas bleek er in Bonifacio geen garage te zijn. We moesten naar Porto Vechio. We besloten uiteindelijk niet zover terug te gaan rijden maar het aan de overkant op Sardinië te proberen. Op tijd waren we bij de ferry haven, een ticket gekocht. Deze bleek met aftrek van de korting haast net zoveel te kosten als de overtocht van Livorno naar Bastia. Terwijl de overtocht maar 40 minuten duurt en die andere 4 uren, onbegrijpelijk. We hebben nog 1,5 uur voordat we aan boord gaan, dus wandelen we nog wat rond in Bonifacio, heel toeristisch met al die dure jachten in de haven. De bovenstad hebben we niet meer kunnen bekijken. Maar een paar mooie foto’s kon ik maken toen we er met de ferry bij langs vaarden. In St. Teresa waar wee op Sardinië aan kwamen hebben nog, aangestuurd door de TomTom naar 4 Garages gezocht maar hij stuurde ons consequent naar buitenwijken met alleen maar woonhuizen en geen garages.
We zijn toen maar doorgereden naar een camping zo’n 25 km verderop. Camping Village Baie Blu la tortiga bleek een enorm grote camping te zijn met misschien wel 500 plaatsen. Heel goed geoutilleerd maar niet precies zoals wij het leuk vinden. Onze Duitse buurman had een voor ons heel toepasselijke naam Holger Groninger. Hij kwam uit een dorpje vlak bij Willemshaven. Aardige vent waar we nog een tijdje mee hebben zitten praten.
Dag 20 donderdag 17 september.
Onze eerste pleisterplaats was CastelSardo waar we wat hebben rond gewandeld. Heel schilderachtig ligt de Labyrintische oude stad op een steile rots aan zee. De route daar vandaan wordt steeds minder mooi. Op een gegeven moment zien we een paar iveco vlaggen aan de kant van de weg bij een bedrijfsgebouw. We draaien er in en het blijkt een garage voor vrachtwagens en bussen te zijn. als ik hun ons probleem uitleg “consumato i freni” (versleten remmen) steken de monteurs gelijk de handen uit de mouwen en binnen de kortste keren word de camper omhoog gepompt en op blokken gezet. Als later blijkt dat de juiste remblokken niet op voorraad zijn springt er een in een auto om ze op te halen uit Sassari 30 km verderop.
Om half een zeggen ze dat ze eerst siësta gaan houden tot 3 uur en dat dan de camper weer snel klaar zal zijn. Alles gaat op slot en zelfs het hek voor het terrein wordt dicht geschoven. Wij gaan dan een uiltje knappen in de luie stoelen onder de bomen. Om vier uur kunnen we, nadat ik heb afgerekend, weer aan de rit met een rustig gevoel van een veilige camper. Als we in de nabijheid van Porto Torres begint de vervuiling van het landschap toe te nemen, afval langs de weg, parkeerplaatsen die grotendeels vol liggen met plastic flessen en zakken vol afval, grote stukken grofvuil, dat is wel even schrikken. Het herinnerd ons aan bepaalde gedeelten in de Marokkaanse woestijn, ook daar troffen we veel zwerfvuil nabij de dorpen en steden. We reden om de grote industriestad heen en langs de grote olie raffinaderij, een bepaald onaantrekkelijk aandoend landschap.
We rijden door naar een gratis overnachtingsplaats Belvedere Cala Lampiano. We staan hier alleen hoog op de rotsen met een prachtig uitzicht over de middellandse zee.
Dag 21 vrijdag 18 september.
Doordat we hoog op de rotsen boven de zee stonden konden we profiteren van een heerlijk zwoel windje. De gehele nacht de ramen open zodat we van een prima nachtrust genoten. Over de smalle wegen langs de kust reden we naar Capo Caccia. Mooie paden door de weelderige groene vegetatie leiden naar de steile kliffen van de kaap. Het is een uniek en weids uitzicht over de zee. Na hier van genoten te hebben rijden we door naar de oude stad Alghero. We laten de camper achter op een grote parkeerplaats en wandelen de oude stad in. Alghero, ook wel klein-Barcelona of Barcelonetta genoemd, geldt als een van de mooiste steden van Sardinië. Eeuwenlang werd Alghero door Catalanen bewoond. We laten ons betoveren door de charme van de Spaans geïnspireerde stad. We dwalen door de met kleine keitjes bestrate straatjes en steegjes en over de hoge vestingwallen aan de zeezijde omspoeld door de golven van de zee.
Dag 22 zaterdag 19 september.
Ghilarza is ons volgende doel, een klein stadje de binnenlanden in. Allereerst rijden we door Alghero en langs de kust naar Bosa waar we afwijken van de kust. Voor alsnog een leuke route maar als we dichter bij Macomer komen word het langzaam vlakker en oninteressanter. Wel zien we een paar overblijfselen van woontorens uit de nuraghentijd (ca. 1600 vc.) op een afstandje van de weg. Het dorpje Ghilarza blijkt niet erg mooi, we staan aan de rand in een verwaarloosd parkje. We wandelen toch nog even rond maar het dorp is totaal uitgestorven en dat op zaterdag avond.
Dag 23 zondag 20 september.
Ook het landschap tot aan Porchilles is niet indrukwekkend, van daar wijken we van de hoofdweg af en word de weg bochtiger en dat blijft zo tot Orgosolo. Dit stadje hebben we bewust als doel gekozen vandaag. Muurschilderingen op de vele huizen maken het straatbeeld van Orgosolo uniek. Naar Latijns-Amerikaans voorbeeld zijn deze murales uitdrukkingen van politieke en sociale vraagstukken waar mensen mee zitten. Strijdbaar, bijtend-ironisch of beschuldigend- het gaat om een zoektocht naar een rechtvaardige wereld zonder geweld.
Francesco Del Casino een tekenleraar in Orgosolo was in 1975 de initiatiefnemer van dit muralisme hier. We wandelen een uurtje door de Corso Repubblica, de hoofdstraat en bekijken deze bijzonder kunst. Helaas begrijpen we van de teksten in het Italiaans natuurlijk helemaal niets, maar veel schilderingen vertellen hun eigen verhaal. Daarna rijden we over de pas Del Golfo in het bergland Barbagia naar Tonara waar we op een verwaarloosde camping terecht komen.
Dag 24 maandag 21 september.
Boven het bergdorpje Tonara dat tegen de helling ligt aangeplakt is de camping gelegen. Door smalle straatjes soms met een helling van 25% rijden we naar de hoofdweg toe. Dat geeft hier en daar nog wat hoofdbrekens want soms moet we een scherpe Haarspeldbocht door, wat alleen lukt door eerst een eindje rechtdoor te rijden , ergens te keren en dan weer terug. We rijden door het Parco Naturale Del Giara, waarna we eerst weer een stuk vrij vlak land moeten door kruisen met rommelige dorpjes en veel droge velden. Maar ook wijngaarden, op sommige daarvan moeten de druiven nog worden geoogst. Af en toe passeren we een landbouwtrekker met een kar erachter volgeladen met mooie blauwe druiven. In Gonnosfanadiga komen we terecht op een lege overnachtingplaats ergens achter op een klein industrie terrein, heel ongezellig maar wel vertrouwd voelt het aan. In de avond maken we nog een wandeling door het dorpje met de lange naam.
Dag 25 dinsdag 22 september.
Nog een dertig kilometer door het vlakke landschap en we steken opnieuw een natuurpark in Het Parco Naturale del Sulcis. Als we het park inrijden zien we direct op een steile vulkaankegel de pittoreske ruïne van het Castello di Acquafredda. We zien af van de zeer steile klim van 264 m meter naar het kasteel, dit is net even iets teveel voor deze oude mensen, Helaas. We rijden door het prachtige gebied en komen nog langs een Nurache toren. Als we bij de kust uit komen vinden we in het lagunen gebied Porto Botte aan de Golfo di Palmas een plekje vlak aan het water waar we verder de middag doorbrengen. Een verkoelend windje waait door de camper en we zoeken in eerste instantie de schaduw op want het is weer 34 gr. In de lagune zien we witte reigers, kraanvogels een veel flamenco’s, zelfs spotten we een ijsvogel die over het water scheert. De Golfo di Palmas is een uitgelezen plekje voor Kite surfers, we zien dan ook tientallen over het water scheren. Op onze avondwandeling hebben we nog een gesprek met deze jongelui, ze komen overal vandaan, Frans, Spaans, Pools en een Marokkaanse instructeur. Vanmiddag hebben we echt even zitten zonnebaden, rode knieën zijn het bewijs.
Dag 26 woensdag 23 september.
We overwegen om hier nog een nachtje te blijven staan maar wel een ritje naar Eglesias te maken een ca. 40 km noordelijk gelegen stadje. In eerste instantie was het moeilijk om daar een parkeerplekje te vind maar uiteindelijk lukte dat toch. Evenals in alle steden is het ontzettend moeilijk om voor een camper een plaatsje te vinden. Nu stonden we nog geen 500 meter vanaf het centrum op een pleintje bij een kerk.
We wandelen een uurtje door de oude stad en rijden dan terug naar het eiland Isola di Sant Antioco via een landtong komen we aan in het gelijknamige stadje. Ogenschijnlijk is hier niet veel te beleven en we rijden door naar het op het andere eind gelegen haven plaatsje Calasetta. Als we daar bij de haven staan zien we meerdere campers aan het water staan en we sluiten ons daar bij aan. Het is hier nog gezelligger door het af en aan varen van diverse vissersbootjes en van een veerboot. We staan nog maar goed en wel of het word donker en er komt een gigantische bui over ons heen. Maar na een half uur is het weer droog.
Dag 27 donderdag 24 september.
We programmeren Tom op de veerboothaven van Cagliari waar de boot naar Sicilië vertrekt. Evenals in Livorno is hier de bewegwijzering naar de ferry belabberd maar na rondvragen en zoeken komen we er toch. De ticket office is pas om half vijf open horen we van een Zwitsers echtpaar dat ook over wil varen morgen. Ze vertellen ons dat buiten het seizoen er maar 1 keer een boot naar Sicilië vaart en dat is morgen. We mogen van geluk spreken dat we hen troffen. We wilden eigenlijk zaterdag over gaan, maar dat doen we dan nu morgen maar, een week wachten hebben we geen zin in.
Cagliari is een gezellige stad met een drukke boulevard langs het water front en smalle straatjes daarachter. Uiteraard zijn die straatjes grotendeels bezet door terrasjes en souvenirwinkeltjes. Als ik aan een groepje politie mensen (een soort ME) vraag of het een probleem is als we vannacht bij de haven blijven staan om te overnachten, Nou als we helemaal selfsupporting zijn dan is dat geen enkel probleem. Gep bied zelfs aan dat ze mogen komen douchen bij ons als ze daar zin in hebben, grote hilariteit natuurlijk. We staan direct aan het water en vlak voor ons zwemt constant een enorme school makreelachtige vissen aan de oppervlakte van het water. Het zijn er honderden. Ze zijn steeds aan het luchthappen, misschien hebben ze het te warm. Een Bulgaarse jongeman is met een werphengel aan het vissen. Hij gooit z’n haak in de school en vangt er zelfs een aantal maar niet omdat ze in het aas happen maar de haak zit soms in de rug en dan weer in de staart, goed geluk dus.
Tegen een uur of zeven gaan we nog een uurtje wandelen in de stad, erg gezellig.
Dag 28 vrijdag 25 september.
Een uur of elf waren we alweer aan de rit, we maken nog een rondje naar het zuid oosten van Sardinie want we hebben nog de gehele dag de tijd, de ferry vertrekt immers pas om 19.30 uur en we hoeven pas een uur van te voren aanwezig te zijn. Het is een mooi natuurpark waar we door heen rijden. We treffen het want daar waar we een mooi plaatsje vinden voor de lunch staat een amandelboom aan de kant van de weg. Het zijn niet zulke hele grote maar we plunderen toch maar een zakje vol, thuis zullen we ze wel gaan ontdoppen. Als we het natuurpark achter ons hebben gelaten nemen we toch maar de snelweg om op tijd in de haven te zijn. Dit is een van de weinige snelwegen op Sardinië en vanzelf met veel tunnels. Heel vreemd, maar de laatste 20 km naar Gagliari gaat de weg over in een smalle tweebaansweg. We moeten toch 2 uur wachten voordat we de ferry op kunnen rijden. We nemen een douche in de cabin en gaan lekker aan dek zitten. Waar we onze Zwitserse kennissen ontmoeten en nog een geanimeerd gesprek mee hebben. Zij blijven niet in Palermo maar gaan door naar Trapani met de trein. Als we uitgevaren zijn gaan we in het restaurant zitten waar ik twee Kaffe Latte bestel maar espresso krijg, Gepke is hier is hier niet zo’n liefhebber van ’t zijn ook hele kleine kopjes. Naast ons zit een groepje bejaarde sardanen die waarschijnlijk een weekendje Palermo gaan doen. Ze zijn in een uitgelaten stemming en op een gegeven moment komt de gangmaker bij ons een glaasje Grappa aanbieden om te proeven. Het zit in een bierflesje dus ik denk dat het bier is maar Grappa smaakt als jenever waar ik niet zo’n liefhebber van ben. We voeren een levendig gesprek met elkaar hij in het Italiaans en ik in plat Gronings. Misschien juist daarom hebben we veel plezier met elkaar. De ferry is volgens mij erg oud want als we in onze kooi liggen gaat er periodiek een trilling door het gehele schip dat zich voortzet via het kussen naar ons hoofd, toch slapen we goed.
Dag 29 zaterdag 26 september.
Uitgerekend de camperplaats die we uit hebben gekozen in Palermo ligt aan een grote parkeerplaats maar hoewel we er een aantal campers op zien staan is het niet te bereiken want er wordt een grote warenmarkt gehouden. Ondanks we het van vier kanten proberen te bereiken lukt dat niet omdat alles geblokkeerd word door marktkramen. We programmeren een andere 2 km verderop. Dit gaat goed en deze plaats is ons ook naar de zin het voelt veilig aan in deze als mafia stad bekend staand Palermo. We hebben hier zelfs free Wi Fi. We blijven lekker relaxen en gaan na de lunch aan de wandel naar de bushalte 500 m verderop. We wandelen door de stad zien een aantal interessante gebouwen, zoals teatro Massimo en politiamo Garibaldi en de Catedrale, maar de bekende en gezellige markt buurt Ballaro is uitgestorven, eigen schuld, hadden we vanmorgen maar moeten gaan. Onbegrijpelijk maar op bijna elke hoek van de straat staat een verkoopstalletje met hoofdzakelijk hoesjes voor mobiele telefoons, je ziet nooit dat er iets verkocht word. Hoe die jongens daar van kunnen leven mag Joost weten. Het is bewolkt maar wel 34 gr. dus het is een drukkende warmte. Naast de camperplaats is een japannees restaurant waar we ’s avonds heerlijke sushi hebben gegeten.
Dag 30 zondag 27 september.
Na water in te hebben genomen vertrekken we richting Terrasini waar een camperplaats is. Ondanks dat het zondagmorgen 9 uur is, is het al redelijk druk in Palermo. We kiezen voor de lokale wegen waardoor we door allerlei dorpjes rijden. Terrasini is een havenstadje maar het is gebouwd als een dambord, allemaal straten die evenwijdig aan elkaar liggen, veel sfeer is er daardoor niet. We plaatsen de camper op de overnachtingsplek en gaan een wandeling maken.
Als we terug komen besluiten we toch maar om door te rijden naar de volgende plek bij Castellammare. Die ligt vlak aan de verkeersweg en erg onrustig zodat we nadat we hebben gegeten Tom programmeren op torre dell’ Impiso. Dat is de noordelijke ingang van het natuurpark “Riservo Naturale dello Zingaro” De vorige keer dat we op Sicilië waren hebben we gestaan bij de zuidelijke ingang van het park. Op de weg hierheen kwamen we langs diverse grote marmergroeven, enorme happen zijn er uit de bergen gehaald. Het landschap wordt daar niet mooier van. Het laatste stuk van de weg was langs Capo San Vito, een smalle steile weg hoog boven de zee, maar wel een prachtig landschap. Een paar honderd meter voor de ingang was de weg aan weerszijden reeds vol met geparkeerde auto’s van mensen die in het park aan het wandelen waren. Met een beetje geluk konden we ons nog ergens tussen drukken. We maken er een rustige middag van. Tegen het eind van de middag begonnen de mensen allemaal te vertrekken. Toen de laatste om acht uur vertrok waren we helemaal alleen, maar het was inmiddels aardeduister geworden en van wandelen kwam niets meer. Het komt maar zelden voor dat je in een dergelijke volstrekte eenzaamheid op zo’n prachtig plekje met een grandioos uitzicht kunt overnachten. In de Scandinavische landen lukt dat overigens vaker.
Dag 31 maandag 28 september.
Vanmorgen vroeg kregen we een geweldige regenbui over ons heen, heel kort maar wel erg intensief. Dat blijkt heel duidelijk als we op de terug weg naar de bewoonde wereld door San Vito la Capo rijden. De straten staan hier blank, op een camperplaats staan een aantal campers in 25 cm water. De hellende straten lijken wel riviertjes. We rijden naar Erice, een voorstadje van Trapani, dat boven op een steile berg ligt. Erice is een geweldig mooie stadje waar we een paar uurtjes doorheen slenteren. Er wordt zelfs opnamen voor een film gemaakt waardoor een deel van de straatjes niet toegankelijk zijn. Toch genieten van deze wandeling. Natijd vertrekken we naar Trapani waar we een plekje op een parkeerplaats vinden. We maken nog een wandeling in de avond, maar het laat niet zo’n grote indruk bij ons achter.
Dag 32 dinsdag 29 september.
De vorige keer dat we hier waren hebben we de kustweg gevolgd dus nu kiezen we via het binnenland naar Sciacca te rijden. Dit is een misrekening want het grootste gedeelte rijden we over een belabberd slechte weg door een slaapverwekkend kaal landschap. Een landbouw gebied met lege velden. Sciacca blijkt ook niet zo’n geweldige stad, toch gaan we aan de haven een plekje op de vissershaven zoeken. Als we een wandeling langs de haven maken zien we hoe het niet toeristische talie is. Een heel ander sfeertje, Overal groepjes pratende mannen, haast geen vrouw te zien. kris kras geparkeerde auto’s. Rommel op straat. Open werkplaatsen van onderhoudt bedrijfjes en overal kleine kroegjes. Een paar vissers komen binnen in een klein bootje met een paar hele grote inktvissen, Dat lijkt Gepke een uitgelezen gelegenheid om eens als vissersvrouw met de vangst op de foto te komen.
Dag 33 woensdag 30 september.
We gaan op pad. We besluiten naar een camping te gaan bij Licata. Verkeerde coördinaten brengen ons naar een parkeerplaats bij een hotel een paar honderd meter terug is de camping.
We gaan daar staan hoewel het niet helemaal naar onze zin is. Het is een slordige camping overal ligt rommel en de douches zijn lauw en bovenal is de beheerder een chagrijnige man.
Maar goed, we blijven toch maar.
foto’s volgen later!
Dag 34 donderdag 1 oktober.
Nog een stukje langs de kust en dan buigen we bij Gela af naar het noorden, het binnenland in. Weer rijden we door een landbouwgebied, maar nu in de bergen. We reden via Mazzarino deden inkopen in Barrafranca waaronder een doosje met mini ijsjes toen we ze uit het doosje haalden vonden we ze wel heel erg mini, nou ja dan nemen we er toch 2 en kropen door de smalle straatjes van Pietraperzia met allemaal dwars geparkeerde auto’s. Ons doel was Enna waar we 12 jaar geleden bij het castello da Ambrussia stonden. Nu reden we weer daarheen. Hoe hoger we de berg opreden hoe dichter de mist werd. Ja, het kasteel stond er nog maar op ons plekje onder het kasteel was het verboden toegang. Op het kleine drukke pleintje ervoor was nog net een plaatsje voor ons. Inmiddels was de mist over gegaan in lichte regen. Na een uurtje was het weer droog en gingen we aan de wandel in het centrum van het middeleeuwse Enna.
Dag 35 vrijdag 2 oktober.
Nog steeds dichte mist van morgen, maar gelukkig klaarde het tegen de middag op en reden we weer in de volle zon. Van Enna reden we door de bergen naar Caltagirone. Wat opvalt in deze stad is de alomtegenwoordigheid van keramiek. Tientallen winkels boordevol kleurig keramiek In de etalages liggen niet alleen vazen, borden en huisraad, maar aardewerk verfraaid ook de bruggen, balkons en gevels van de paleizen, vooral langs de Via Roma. Midden in de stad kijken we tegen een monumentale trap van 142 treden aan. Alle schopborden zijn betegeld met verschillende motieven. Deze Scala di S. Maria del Monte werd in de 17e eeuw gebouwd om de benedenstad met de bovenstad te verbinden. We rijden door het mooie landschap naar Pozzallo waar een overnachtingplaats zou moeten zijn, maar die is niet te vinden, waarschijnlijk zijn de coördinaten niet juist want we komen midden in een woonbuurt uit. We zoeken nog langs de kust in westelijke richting maar ook daar vinden we niets, dus maar weer terug in de richting van Syracusa. En ja, tien km verderop is er een die ons bevalt, ’t is inmiddels vier uur geworden en het mag ook wel eens een keer.
Dag 36 zaterdag 3 oktober.
Op het schiereiland van Syracusa is een overnachtingplaats op een parkeerplaats. Midden in het centrum dus, Daar op geprogrammeerd dus. Maar Tom laat het afweten als we er heel dicht bij zijn dat wil zeggen hij stuurt ons in kringetjes rond en wil ons straten in laten rijden die een richting verkeer zijn vanuit de andere kant, dit en het ontstellende drukke verkeer laat ons besluiten het centrum het centrum te laten en we vertrekken naar Brucoli een stadje op het schiereiland waar Augusta ook ligt. Door de smalle straatjes komen we uiteindelijk vlak bij een fort waar een stuk braak liggend rotsland de overnachtingplaats voor de komende 2 nachten zal zijn. We hebben hier een prachtig uitzicht op de zee het fort en niet te vergeten de Etna op de achtergrond. Een kloof die wel een kilometer land inwaarts gaat vormt een natuurlijke haven waar we regelmatig vissersbootjes in en uit zien varen.
foto’s volgen later!
Dag 37 zondag 4 oktober.
Over vandaag valt weinig te vertellen want we hebben er een hele luie dag van gemaakt, heerlijk voor de tent lezen en af en toe een wandelingetje door het stadje.
Dag 38 maandag 5 oktober.
Nu maar weer verder, eerst naar Catania. Hier moet een overnachtingsplaats zijn midden in het centrum. Ja, mooi niet dus. Een verbreding van een straat dat geheel volgepakt staat met auto’s zou het moeten zijn. Geen plekje te vinden als we dat al zouden willen. Door het rondrijden door het drukke centrum geeft ons de overtuiging dat we geen moeite meer hoeven te doen, er is niets aan en daarom vertrekken we maar weer uit Catania. We rijden door naar het ca. 20 km verder gelegen Santa Tecla, een klein dorpje aan de zee. Een mooie parkeerplaats is ons plekje voor deze nacht. We wandelen langs de zee maar er zijn haast geen stranden. De huizen zijn op de rand van de rotsen gebouwd boven de zee. Deze rotsen zijn van vulkanische oorsprong. Logisch want we zitten hier aan de voet van de Etna. De grillige brokken lava doen ons sterk aan IJsland denken, de zelfde structuur.
foto’s volgen later!
Dag 39 dinsdag 6 oktober 2015
Taormina is erg moeilijk te bereiken met een grotere camper, daarnaast is er in de wijde omgeving geen parkeerplaats te vinden dus besluiten we de binnenlanden in te rijden. We kijken nog even bij Gola d’ Alcantara. Een diepe canyon waar we van boven op uitkijken.
De vorige keer dat we hier waren hebben we er in gezwommen, nu lijkt ons de klauter naar beneden en vooral terug omhoog een beetje te zwaar. Maar goed, Van bovenaf is hij ook prachtig. De weg gaat steeds hoger de bergen in. In Novara di Sicilië, een klein bergstadje, gaan we staan op een pleintje met een fantastisch uitzicht over het tegen de helling gebouwde stadje.
Dag 40 woensdag 7 oktober 2015
Nog even een gezellig gesprek gehad met een stel Poolse toeristen die rondreden in een huurauto. Ze stonden naast ons op het pleintje een broodje te eten. Onze volgende stop is maar 30 km verder op een camping even voorbij Patti. Onderweg kwamen we langs een autowasplaats, gelijk de gelegenheid aangepakt om de camper een beurt te geven. Dat was wel even noodzakelijk. Een paar dagen geleden zijn we over een aantal lokale wegen gereden waar door de regen veel aarde over de weg was gespoeld. Onderhoud aan de wegen hier staat hier onderaan op de prioriteitenlijst zodat we af en toe genoodzaakt waren om door de blubber te rijden. Nou dat zat dan ook tot aan het dak toe. Op de camping hebben we nog de puntjes op de i gezet. We kunnen nu dus spic en span weer verder met onze reis. Mijn tablet heeft nu helemaal de geest gegeven, de netvoeding heb ik kunnen repareren maar nu blijkt dat er ook intern iets fout zit. Dit betekend dat ik geen boeken meer heb voor de rest van de vakantie.
foto’s volgen later!
Dag 41 donderdag 8 oktober 2015.
Richting Messina, waar we over gaan varen naar het vaste land van Italie. Maar nog een laatste nacht op Sicilië. Dat valt nog niet mee, in de stad moet een overnachtingplaats zijn van de camper club Oase. Ook nu kloppen de coördinaten weer eens een keer niet. We zwerven wat rond in een buiten wijk, vragen het eens na bij een tankstation waar gelijk 5 mensen ons proberen te helpen. Ze weten dat die plaats ergens in de buurt moet zijn maar exact weten ze het ook niet. We rijden dan nog maar eens een rondje, zonder succes trouwens. dan toets ik maar een camping in 12 km naar het noorden weer een rit door het hectische verkeer van Messina en het begint al donker te worden. Camping gesloten, ja dat komt in deze tijd van het jaar veel voor. We rijden nog wat door naar de kaap en vinden daar een parkeerplaats in een doodlopende straat in Torre Faro, waar we besluiten te blijven. Eerst wat onwennig maar toch hebben we een rustige nacht.
Dag 42 vrijdag 9 oktober 2015.
8 uur opstaan en door de drukte naar de veerboot haven. Het gaat daar erg eenvoudig, kaartje kopen, oprijden en vertrekken, twintig minuten varen en we zijn aan de overkant. Direct rijden we vanuit Villa San Giovanni de bergen in. Allemaal smalle bochtige weggetjes, vooral in de dorpjes. We rijden hoger en hoger naar uiteindelijk ruim 1400 meter. Wat we dachten dat een stadje zou zijn, blijkt Gambarie een handvol huizen te zijn. Maar dan wel in een fantastisch mooi Natuur park “Parco Nazional dell’Aspromonte” De weg slingert door een gemengd bos, soms zo donker dat je het gevoel hebt in de schemering te rijden. Overal staan auto’s aan de kant van de weg geparkeerd van paddenstoelen zoekers. Ik heb nog een gesprek met twee oude mannen elk met een grote mand vol diverse soorten paddenstoelen. Vanuit Gambarie rijden we weer naar beneden naar de zuidkust. onderweg zien we nog geiten in een boom. Geen grapje hoor, de laatste keer dat we dat zagen was in Marokko, leuk. Nog 40 km langs de kust gereden richting Taranto. Op de overnachtingplaats Canafello, dat aan het strand is gelegen, staan al 15 campers en caravans. Wij zoeken er een plaatsje tussen. Je kunt zien dat veel er al een lange tijd staan, onze buurman, een Duitser, blijft hier een week staan. Wij zijn daar nog niet aan toe, de vraag is zullen we dat ooit leuk gaan vinden? Het zwerven, zit ons in het bloed, meestal willen we al gauw weer zien wat daar achter de horizon allemaal te zien is.
foto’s volgen later!
Dag 43 zaterdag 10 oktober 2015.
Om een uur of zeven vanmorgen begon het verschrikkelijk hard te regenen en een gigantisch onweer kregen we over ons hoofd. De lucht was constant rondom verlicht door de bliksem flitsen. We blijven de kust volgen naar La Castella, een dorpje met een vissershaven. Bij die haven vinden we een plaatsje op de boulevard. Er staat reeds 1 Duitse camper, maar verder lijkt het dorp wel uitgestorven. In het begin van de avond maken we nog een wandeling en ontdekken dat er aan de andere zijde van het dorp een kasteel in het water staat, d.w.z. op een rots 50 meter van de kust staat een kasteel zoals je je een kasteel voorstelt. Een paar zwerfhonden, een restauranthouder die een beetje troosteloos voor de deur zit te dommelen en een stel toeristen die druk zijn met het fotograferen van het kasteel zijn de enige mensen die we tegen komen. Later op de avond komen er nog enige tientallen auto’s in kolonne toeterend voorbij rijden, Dit maakt waarschijnlijk deel uit van de ceremonie van een bruiloft die elders in het dorp wordt gevierd.
Dag 44 zondag 11 oktober 2015.
Het is onze bedoeling om de gehele hiel en hak van Italië langs de kust te gaan volgen. De afstand daarvan valt ons tegen, Het is ongeveer 8 á 900 kilometer. Veel stukken zijn erg mooi maar soms is het ook wel wat saai, steeds zien we de spoorlijn tussen ons en de zee. Wat wel heel erg fascinerend is zijn de Olijfgaarden. Vreselijk dikke bomen met knoesterige stammen van soms wel een meter doorsnee. Ik kan niet nalaten daar een paar foto’s van te maken, ik heb namelijk een zwak voor bomen, ze maken altijd grote indruk op mij. Als ik de camper stop en terug loop voor de foto’s stopt er een auto, die net uit een zijpad komt, naast mij. Het blijkt de eigenaar van de olijfgaard te zijn. Hij verteld mij trots dat de meeste bomen “Mil cinco”jaar oud zijn (1500 jaar dus) Dat had ik echt niet verwacht. We zoeken, nadat we inkopen hebben gedaan bij de Lidl, een slaapplaatsje bij Marina di Pisticci.
Het is een stuk boulevard langs het strand, waar reeds 10 campers zijn gesetteld, 8 daarvan zijn Duitsers en 1 een Nederlander. Een van die Duitsers staat hier al 7 maanden en dat voor het tiende jaar. Je moet het maar leuk vinden. Vermoedelijk is dit in het seizoen een enorm drukke plaats, een eindje van de kust zijn 2 enorme parkeerplaatsen voor dagjes mensen.
Dag 45 maandag 12 oktober 2015.
Direct rijden we de snelweg op, er is op het traject van deze dag niet zoveel te zien en kunnen daarom beter even flink opschieten. Al snel rijden we Taranto binnen, een grote industriestad. We nemen de ringweg en daarna zoeken we snel de kust weer op. Langs smalle weggetjes met hier en daar uitzicht op de zee rijden, we al snel Gallipoli binnen. Vlakbij de haven parkeren we de camper en wandelen naar het centro historica, de oude stad. Het is gelegen op een eiland dat door een brug is verbonden met het vaste land. We maken een wandeling rondom het centrum langs de waterkant en daarna door de oude straatjes. Het is een mooi historisch centrum. In de vissershaven die direct naast de brug is gaan we overnachten. Een paar vissers staan met de hengel aan de lopende band sardientjes uit het water te slaan. Het is ingooien en ophalen.